Technische encyclopedie

Winkler Prins (1975)

Gepubliceerd op 27-11-2024

AUTOCOLLIMATIE

betekenis & definitie

(Fr.: autocollimation; Du.: Autokollimation; Eng.: autocollimation), optisch principe inzake het richten van de optische as van een kijker ten opzichte van een vast kenmerk, waarbij de kijker tevens als collimator dienst doet.

Een autocollimator bestaat uit een objectief met in zijn brandvlak een kruisdraad, of de een of andere doorzichtige schaal, welke wordt verlicht door bijv. een uitwendige lichtbron en een planparallel plaatje in het autocollimatieoculair. De autocollimator wordt veelvuldig gebruikt voor het meten van hoeken, o.a. bij goniometers, spectrografen, het prisma-astrolabium, de maancamera en van de meridiaancirkel.

Het instellen van een collimator moet nauwkeurig plaatsvinden: de evenwijdigheid van de uittredende lichtbundel hangt af van de juiste plaatsing van het scherm in het brandvlak van het lenzenstelsel. Dit is na te gaan in de autocollimatoropstelling: een vlakke spiegel wordt ongeveer loodrecht geplaatst in de bundel die men op evenwijdigheid wil controleren; hierdoor in tegengestelde richting teruggekaatst, zal de lichtbundel alleen dan door de collimatorlens als een punt in het brandvlak worden afgebeeld als de uittredende bundel al goed evenwijdig was (eerste autocollimatietoepassing).

Valt bovendien de plaats van dat punt met de oorsprong van de lichtbundel samen dan staat de vlakke (hulp)spiegel ook nog loodrecht op de richting van de lichtbundel, geplaatst door een rechte lijn die de stip (spleet) in het scherm met het optische middelpunt van het lenzenstelsel verbindt (tweede autocollimatietoepassing: het evenwijdig stellen van een aantal vlakken). De vlakke spiegel kan vervangen gedacht worden door een lenzenstelsel met daarachter een vlakke spiegel: alleen als deze laatste precies in het brandpunt van de evenwijdige bundel uit de autocollimator staat wordt deze bundel evenwijdig aan zichzelf teruggekaatst (derde autocollimatietoepassing: het bepalen van de brandpuntafstand van een lenzenstelsel).

< >