Technische encyclopedie

Winkler Prins (1975)

Gepubliceerd op 27-11-2024

AGGLOMEREREN

betekenis & definitie

(Fr.: agglomérer; Du.: agglomerieren; Eng.: to agglomerate), het laten samengroeien van kleine primaire deeltjes tot grotere delen met een poreuze structuur.

Hierdoor worden deze gemakkelijk door een vloeistof bevochtigd en kunnen in deze vloeistof onmiddellijk dispergeren. Terwijl het er bij de meeste van de unit operations, die erop gericht zijn van kleine deeltjes een grotere structuur te maken, voornamelijk om gaat om een beter transporteerbaar en verhandelbaar produkt te verkrijgen, ligt het accent bij het agglomereren voornamelijk op het verkrijgen van een beter bevochtigbaar en dispergeerbaar produkt. De gevormde grotere deeltjes zijn in vele gevallen eindprodukten, het kunnen echter ook grondstoffen voor andere industrieën zijn.Veel procestechnieken produceren poeders (zie Poedertechnologie) met erg kleine deeltjes. Wordt zo’n poeder bij een vloeistof gevoegd, dan gaat in de meeste gevallen het poeder op de vloeistof drijven, ten gevolge van de oppervlaktespanning daarvan. Er kan echter ook samenklontering optreden, waardoor eveneens een gelijkmatige bevochtiging van de deeltjes achterwege blijft. Deze problemen kunnen worden ondervangen door agglomereren van het poeder. Agglomereren zorgt er voor dat de individuele deeltjes, doordat ze in een sponsachtige structuur zijn samengevoegd, volledig bevochtigd worden en zich vervolgens snel in de vloeistof verdelen. De oplosbaarheid van het geagglomereerde produkt is echter hetzelfde als die van het produkt dat niet geagglomereerd is. Met andere woorden: agglomereren verhoogt de snelheid en kwaliteit van het bevochtigen en het dispergeren in de vloeistof, maar heeft geen invloed op de thermodynamisch gedefinieerde oplosbaarheid van het poeder in deze vloeistof.

Daarnaast worden o.a. verkregen: betere stroomeigenschappen van het poeder in de droge vorm, een nauwkeurig gecontroleerd vochtgehalte van het poeder en gecontroleerde deeltjesgrootte, en het voorkomen van stofvorming (milieu, werkomstandigheden). Vrijwel alle industriële processen voor het produceren van agglomeraten werken volgens het volgende basisprincipe: eerst worden de oppervlakken van de deeltjes in een turbulente stroom met behulp van een vloeistof, meestal water, gelijkmatig bevochtigd. Ook kan men zowel de dampfase (stoom) als een fijne nevel, of een combinatie van deze twee toepassen. Vervolgens treedt een evenwichtsinstelling in het vochtgehalte van de inmiddels gevormde agglomeraten op, waarna in een droogzone het vochtgehalte tot het gewenste niveau wordt teruggebracht. Tenslotte worden de agglomeraten gekoeld, gezeefd in verschillende fracties, en verpakt.

Daar drogen van oudsher een van de belangrijkste conserveringsmethoden van voedingsmiddelen is, heeft men op dit gebied de meeste onderzoekingen verricht ter verkrijging van een poedervormig materiaal dat, wanneer het weer in de vloeibare fase wordt gebracht, de uitgangseigenschappen van de niet-gedroogde stof zo dicht mogelijk benadert. Een goede verdeling van het poeder in de vloeistof is hierbij van essentiële betekenis. Voorbeelden van toepassing van geagglomereerde produkten zijn o.a.: melkpoeder, zetmeelprodukten, dextrineprodukten, gedroogde gistprodukten, kunstmatige zoetstoffen, puddingpoeders, babyvoeding, eipoeder, poeders voor drankautomaten, aromapoeders, ijsstabiliseringsmiddelen, soeppoeders, gelatinepoeder, en poeders voor vruchtendranken. Deze succesvolle toepassing is niet alleen beperkt gebleven tot de voedingsmiddelenindustrie; ook de chemische en farmaceutische industrie hebben de commerciële voordelen leren kennen. Men denke hierbij aan chemicaliën voor de fotografische industrie, insekticiden, looizuurextracten enz. Voorts zie Poedertechnologie; Sinteren.

< >