(Fr.: déviation, deflexion; Du.: Ablenkung; Eng.: deflection) of: deflectie, de richtingsverandering van een beweging (deeltjes, straling) door een krachtcomponent loodrecht op de bewegingsrichting; bij een bundel geladen deeltjes (bijv. een elektronenbundel) geschiedt de afbuiging met behulp van elektrische en/of magnetische velden (zie Elektronenoptica): men spreekt van elektrostatische resp. elektromagnetische afbuiging. Toepassingen vindt men onder meer bij elektronenstraalbuizen, in versnellingsmachines, bij de bepaling van de energie van elektrisch geladen deeltjes met een bekende massa (bijv. in een wilsonvat), bij de selectie naar snelheid van geladen deeltjes uit een bundel en bij de scheiding naar massa van geladen deeltjes (zie Massaspectrometer).
Bij beeldbuizen maakt men gebruik van elektromagnetische afbuiging van een of meer elektronenbundels, zowel in horizontale als in verticale richting, voor vorming van het beeld. Voor de horizontale afbuiging is een verticaal gericht magnetisch veld nodig. Dit verkrijgt men door middel van twee spoelen, beide met dezelfde verticale as, één spoel boven de hals van de beeldbuis en één er onder. Beide spoelen (of spoelhelften die samen de horizontale afbuigspoel vormen) worden zo dicht mogelijk tegen de hals aangebracht en zó gebogen dat ook nog ter plaatse van de hals-conusovergang een deel van het afbuigveld wordt opgewekt, zodat de beeldbuis zo kort mogelijk kan zijn. Voor de verticale afbuiging is een dergelijk stel spoelen nodig, zij het met de as horizontaal. De horizontale en verticale afbuigspoelen zijn gewoonlijk in één geheel verenigd te zamen met een ring van ferromagnetisch materiaal die de magnetische velden zoveel mogelijk in de hals van de beeldbuis concentreert. Het geheel, het afbuigspoelstel, wordt om de hals van de beeldbuis geschoven. De benodigde afbuigstromen worden door afbuigschakelingen geleverd. De hoge versnellingsspanning, de zeer grote afbuighoek en de vaste afbuigfrequenties maken dat bij beeldbuizen elektromagnetische afbuiging de aangewezen methode is.
Bij oscilloscoopbuizen (zie Oscilloscoop) past men gewoonlijk elektrostatische afbuiging toe door twee onderling loodrechte elektrische velden die elk loodrecht staan op de binnentredende elektronenbundel. Hiertoe zijn in de buis twee stellen plaatjes, de zgn. afbuigplaten, aangebracht; een stel voor horizontale en een stel voor verticale afbuiging. Sturing van de plaatjes is met een grote verscheidenheid aan frequenties door praktisch realiseerbare afbuigschakelingen mogelijk.