• Home
  • Inloggen
  • Onderwijs
  • Over
  • Geschiedenis
  • Kiosk
  • Contact
  • Manifest

ENCYCLOPEDIE SINDS 1946

 

Synoniemen zoeken

Uitgelicht

Winkler Prins Studie

Nu beschikbaar op Ensie! Winkler Prins encyclopedie met afbeeldingen, illustraties, geluidsfragmenten en video's.

Bekijk direct!

Synoniem van oud-

  • ex-
  • gewezen
  • voormalig
  • vroeger
Synoniem van 'n ander trefwoord
  • ex-
  • Betekenis van oud-
  • Spreekwoorden met oud-
2017-11-14 2017-11-30
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

oud-

oud- - bijvoeglijk naamwoord, woorddeel

1. uit een eerdere periode
♢ je moet die oude ruzie niet oprakelen
1. oud en nieuw
[de jaarwisseling]
2. een oude vlam
[een vroegere geliefde]
3. een oude wond
[verdriet uit het verleden]
2. wie of wat de genoemde leeftijd heeft
♢ hij is inmiddels dertig jaar oud
3. wie of wat vanouds bekend is
♢ mijnheer De Reus is een oude kennis van de familie
1. de oude garde
[de groep die oude tradities vertegenwoordigt]
2. een ouwe getrouwe
[iemand die al lang in dienst is]
3. dat is ouwe koek
[niets nieuws]
4. alles bij het oude laten
[niets veranderen]
5. het is weer het oude liedje
[verzuchting als iets vele malen opnieuw gebeurt]
6. iemand van de oude stempel
[een conservatief iemand]
7. op de oude voet doorgaan
[op dezelfde manier als vroeger]
4. wie of wat al lang bestaat of in gebruik is
♢ mij opa is 90, dat is heel oud
1. iets uit de oude doos
[iets ouderwets]
2. een oude kous (sok) hebben
[spaargeld hebben]
3. oude liefde roest niet
[vroegere verliefdheden gaan nooit helemaal over]
4. dat is oud nieuws
[allang bekend]
5. je moet geen oude schoenen weggooien voordat je nieuwe hebt
[iets niet wegdoen voordat je iets beters hebt]
6. oude talen
[Latijn en Grieks]
7. zo oud als de weg naar Kralingen (Rome)
[heel oud]
8. dat is oud zeer
[iets wat al heel lang verdriet veroorzaakt]
5. wie naar verhouding lang geleefd heeft
♢ mijn opa is al erg oud
1. oude bomen moet je niet verplanten
[oude mensen kunnen beter niet verhuizen]
2. zorgen voor de oude dag
[sparen voor later, als men oud is]
3. ouden van dagen
[bejaarden]
4. hoe ouder hoe gekker
[wordt gezegd als oude mensen zich aanstellen]
5. jong en oud
[iedereen]
6. jong geleerd, oud gedaan
[wat je in je jeugd leert, geeft je je hele leven voordeel]
7. zoals de ouden zongen, piepen de jongen
[kinderen lijken in hun gedrag vaak op hun ouders]
8. zo oud als Methusalem
[hoogbejaard]
9. een ouwe snoeper
[iemand met veel oog voor vrouwelijk schoon]
10. een ouwe vrijster
[een zure, ongehuwde oudere vrouw]
11. hij is oud en wijs genoeg
[hij heeft er genoeg wijsheid en levenservaring voor]

1. vroegere, voormalige
♢ oud-collega = vroegere collega

Woorddeel: oud-

Synoniemen
ex-

Bijvoeglijk naamwoord: oud
... is ouder dan ...
het oudst
de/het oude ...
iets ouds

Synoniemen
gewezen, ouwe, voormalig

ENCYCLOPEDIE SINDS 1946

  • Home
  • Inloggen
  • Onderwijs
  • Over
  • Geschiedenis
  • Kiosk
  • Contact
  • Manifest
  • Word vriend
  • Woorden beginnend met
  • Synoniemen
  • Spreekwoorden
  • De of Het
  • Schrijvers
  • Categorie
  • Afkorting
  • Vervoegen
  • Disclaimer
  • NTD
  • Artikel publiceren?
  • Adverteren?
© 2025 Ensie | Hosted by Rootnet

Inloggen

Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.

Toevoegen aan favorieten?

Favorieten

Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:

  • Je eigen Ensie account
  • Direct toegang tot alle zoekresultaten
  • Volledige advertentievrije website
  • Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk

Klik hier om vriend te worden