vloeistof - vloeibare materie. Heet ook vocht of nat. Lymf of lymfe is kleurloos of gelig en komt voor in het lichaam van mensen en dieren; deze vloeistof ontstaat door absorptie van intercellulair weefselvocht. In de darmen komt na het nuttigen van een vette maaltijd chylus of chijl voor; deze soort lymfe heeft een melkachtige kleur. In vruchten of in de vaten van planten treffen we sap aan (zie aldaar). Drank (zie aldaar) is door mensen gedronken vloeistof. Nadat de vaste bestanddelen van een oplossing zijn verwijderd, blijft er moederloog over. De nieren scheiden urine of water af; in informele taal ook: pis, pies of zeik. Olie is een niet met water te mengen vloeistof. Uit aardnoten wint men arachide-olie, arachisolie, aardnotenolie of grondnotenolie. De stof die bestaat uit koolstof, waterstof en zuurstof en die bij kamertemperatuur oplosbaar is, heet eveneens olie (zie aldaar). Uit gecondenseerde stoom ontstaat condensaat. De werkzame stof van een vies smakend geneesmiddel verdunt men met een vehikel. Bloed bestaat, afgezien van de cellen, uit bloedplasma of plasma. Is het fibrinogeen daaruit verwijderd, dan spreken we van serum, bloedserum of bloedwei. Een antiserum bevat een grote hoeveelheid antilichamen.

Zie: materie.

vloeistof - zelfstandig naamwoord
uitspraak: vloei-stof

1. vloeibare stof
♢ water is een vloeistof

Zelfstandig naamwoord: vloei-stof
de vloeistof
de vloeistoffen
het vloeistofje

Synoniemen
nat, vocht