Synoniemen zoeken
Synoniem van vlieg
Synoniem van 'n ander trefwoord
Groot Synoniemenwoordenboek
P.G.J. van Sterkenburg (1991)
vlieg
vlieg - tweevleugelig insekt behorend tot de onderorde Brachycera. De soort Musea domestica heet kamervlieg. De geslachten Calliphora, Sarcophaga en Lucilia (van de familie Calliphoridae) heten bromvlieg, vleesvlieg, aasvlieg of brommer; een brommer van de soort Lucilia caesar is de goudvlieg. Steekvliegen, dazen, bremzen (enkelvoud: bremze) of bremsen vormen de familie Tabanidae; hieronder vallen de paardevliegen (geslacht Tabanus), waaronder op hun beurt de runderdazen vallen (soort Tabanus bovinus). Een andere steekvliegesoort is de blinddaas, blindaas of regendaas (soort Haematoptera pluvialis). De tseetseevlieg behoort tot het geslacht Glossina, de zweefvlieg tot de familie Syrphidae, de fritvlieg tot de soort Oscinella frit, de horzel (zie aldaar) tot de familie Oestridae. De familie Anthomyidae heet bloemvlieg. Hieronder vallen de uievlieg (soort Hylemyia antiqua), de smalle graanvlieg (soort Hylemyia coarctata), de koolvlieg (soort Delia brassicae) en de bietenvlieg (soort Pegomyia hyoscyami betae).
Zie: insekt.
Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
vlieg
vlieg - zelfstandig naamwoord
1. zwart insect met twee vleugels
♢ er zaten allemaal vliegen op de kop van de koe
1. twee vliegen in één klap slaan
[twee dingen tegelijk voor elkaar krijgen]
2. geen vlieg kwaad doen
[heel zacht zijn]
3. iemand vliegen afvangen
[hem te vlug af zijn]
4. ik ben hier niet om vliegen te vangen
[om niets te doen]
Zelfstandig naamwoord: vlieg
de vlieg
de vliegen
het vliegje