Synoniemen zoeken
Synoniem van lui
Synoniem van 'n ander trefwoord
Groot Synoniemenwoordenboek
P.G.J. van Sterkenburg (1991)
Synoniemen Handboek
Jef Anthierens (1998)
Lui
Gezegde(s):
• twee linkerhanden hebben
• zijn eigen zweet niet kunnen ruiken
• lui zweet is rap gereed
• op die tijd zou een koe kalven
• zo luchtig als een vogeltje dat koe heet
• vliegen vangen
Synoniemen Handboek Spreekwoorden
Gedigitaliseerd Ensie (1998)
Lui
Spreekwoord(en):
• tegen d’avond en de noen heeft de luiaard ‘t meest te doen
• met schoenen en kousen komt men in de hemel niet
• een luie kat krijgt nimmer wat
Handwoordenboek synoniemen
J.V. Hendriks (1898)
Lui
Deze woorden drukken gebrek aan werklust uit. De luie heeft een afkeer van werken; de trage heeft geen ijver genoeg; de logge is plomp in zijne be¬wegingen; de loome is langzaam in zijne bewegingen; bij den eerste is de lichaamsgestalte; bij den laatste eene aandoening van het lichaam door een invloed van buiten (b.v. warmte), of door eene ziekte, de oorzaak; de vadsige heeft het toppunt van luiheid en onverschilligheid bereikt. Wordt langzaam in gelijke beteekenis als traag gebezigd, dan geeft het eene eigenschap van den geest te kennen, die zich evenals traagheid in gebrek aan ijver in de beweging uit.
Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
lui
lui - bijvoeglijk naamwoord, zelfstandig naamwoord
1. zonder zin om iets te doen
♢ hij maakt zich niet zo druk, hij is een beetje lui
1. een lui oog
[met een afwijking waardoor je dubbel ziet]
2. een luie stoel
[waar je lekker een beetje in kunt liggen]
3. hij is te lui om de dag te aanschouwen (TB)
[erg lui]
4. liever lui dan moe zijn
[zeer lui zijn]
5. het luie zweet komt eruit
[spottend commentaar als een lui iemand transpireert]
2. slaperig
♢ ik ben lui, ik ga naar bed
1. mensen (alleen meervoud)
♢ onze buren zijn leuke lui
Bijvoeglijk naamwoord: lui
... is luier dan ...
het luist
de/het luie ...
iets luis
Zelfstandig naamwoord: lui
Tegenstellingen
ijverig, vlijtig