(de), (uitspr. peuna’lesank'sie), (hist., 1856-1948) strafbepaling in het contract van een geïmmigreerde plantage-arbeider betrekking hebbend op eventuele tekortkomingen zijnerzijds. Alle immigranten moesten zich bij een contract onder poenale sanctie verbinden om voor een bepaald aantal jaren in Suriname ‘veld- of fabrieksarbeid ten dienste van derden te verrichten’ (Enc.Sur. 485).
- Etym.: ‘Poenaal’ = betr. hebbend op het strafwerk; ‘sanctie’ = dwangmiddel. -Opm.: Ook gebr. in het voormalige NOI m.b.t. plantage-arbeiders.