Spreekwoorden en gezegden

F. Stoett (1977)

Gepubliceerd op 14-10-2020

Van de hand in de tand leven

betekenis & definitie

elke dag verteren wat men verdient; nooit zeker van de toekomst zijn. Bedoeld wordt dat men datgene wat verdiend is, wat men in handen gekregen heeft, dadelijk voor de tanden, de mondbehoeften, voor voedsel, weer moet uitgeven.

Sinds beg. 17de e. bekend. Bij De Brune: „van hand te monde (leven)”. Fr. vivre au jour Ie jour, Hd. aus (von) der Hand in den Mund leben; Eng. to live from hand to mouth.