Deze uitdrukking is ontstaan uit zucht tot klank-assimilatie (hand-tand) en doelt overigens op de gewoonte om iets ‘uit de hand’ te eten (fruit, boterhammen e.d.) en de korte afstand die er gelegen is tussen de hand en de mond (tand). In overdrachtelijke zin bedoelt ze: zorgeloos leven, niets bewaren doch direct alles opmaken wat er in komt (dus van de hand gaat het direct naar de mond). Vgl. Lat.: ‘In diem vivere’, d.i. leven bij de dag