Aan z'n verontwaardiging lucht geven.
Als de lucht invalt, zijn alle mussen dood.
Als de lucht valt, krijgen we allemaal een blauwe slaapmuts op.
Als een bom uit de lucht komen vallen.
Beter één vogel in de hand, dan tien in de lucht.
Dat nooit, zei Van Speyk, dan liever de lucht in.
Dat zuivert de lucht.
De kou is uit de lucht.
De lucht hangt nog vol dagen.
Donderbuien zuiveren de lucht.
Een gat in de lucht slaan.
Een luchtje scheppen.
Een slag in de lucht doen.
Eén vogel in de hand is beter dan tien in de lucht.
Een zucht geeft lucht aan een hart vol smart.
Ergens de lucht van krijgen.
Er hangen nog meer dagen in de lucht.
Er is donder aan de lucht.
Er is geen vuiltje aan de lucht.
Er is geen wolkje aan de lucht.
Er is onweer aan de lucht.
Er zit een luchtje aan.
Hansje kijk in de lucht.
Het is daar altijd elf ogen en betrokken lucht.
Het is kriek met een betrokken lucht.
Het lijkt wel of het in de lucht hangt.
Het lijkt wel of het in de lucht zit.
Het onweer is niet van de lucht.
Hij kwam als een steen uit de lucht vallen.
Hij ziet eerder een mug in de lucht dan een os op de aarde.
Is er nog nieuws aan de lucht?
Je kunt in de lucht vliegen.
Lucht geven aan iets.
Luchtkastelen bouwen.
Lucht voor iemand zijn.
Met de benen in de lucht liggen.
Nog in de lucht hangen.
Nog in de lucht zweven.
Om een luchtje gaan.
Om een luchtje raken.
Onweer zuivert de lucht.
's Avonds het luchtje rood, 's morgens water in de sloot.
Sint-Jakobs witte wolkjeslucht, voorspelt de wintersneeuw als vrucht.
Uit de lucht gegrepen zijn.
Uit de lucht komen vallen.
Van de lucht kun je niet leven.
Wat hangt de lucht laag.
Zee en lucht zijn aan elkaar.
Zijn boezem lucht geven.
Zijn gemoed lucht geven.
Zij schermen in de lucht.
Zo vrij zijn als een vogeltje in de lucht.