Zonder kracht en heerlijkheid zijn
Flauw, onbetekenend, geesteloos zijn. De woorden zijn ontleend aan het later bij gevoegde slot van het ‘Onze Vader’ (Matth. 6 : 13). In Luc. 11 : 4 ontbreken ze, evenzo in de Lat. vertaling van de bijbel, en daarom ook in het Roomse ‘Vaderons’. Minachtend werd dat door de protestanten genoemd een gebed ‘zonder kracht en heerlijkheid’ en dit heeft allengs een meer algemene betekenis gekregen