Het woord ‘beul’ is ontstaan uit: beudel, bodel; Mnl.: buel, dat betekent: bode, gerechtsdienaar; later: scherprechter. Het woord is afgeleid van het ww. bieden, dat ook de betekenis had van: afkondigen, bekendmaken. Waar de opdrachten, aan de beul gegeven, scherp omlijnd en tot op zekere hoogte onherroepelijk waren, wijl het eindvonnissen betrof, liet deze zich bij de uitvoering deze opdrachten door niets afleiden, deed, om zo te zeggen, automatisch zijn werk, ontzag niets en niemand. Vandaar waarschijnlijk deze zegswijze, al is deze brutaliteit dan ook niet a priori het monopolie van de beul. Men zou althans met evenveel recht kunnen zeggen: zo brutaal als een politieagent e.d. De gehele uitdrukking luidt eigenlijk: zo brutaal als de beul van Haarlem. Te Haarlem woonde tot in de 17de eeuw de scherprechter van het Hof van Holland. Deze gevreesde persoon leeft nog voort in zegswijzen als bovenstaande, en bijv.: zo vriendelijk kijken als de beul van Haarlem