Zich schikken naar de gang van het werk
Deze uitdrukking is ontleend aan Gen. 33 : 4. Daar zegt Jacob tot Ezau: ‘Mijn heer trekke toch voorbij het aangezicht zijns knechts; en ik zal mij op mijn gemak als leidsman voegen naar de gang van het werk, hetwelk voor mijn aangezicht is, en naar de gang dezer kinderen, totdat ik bij mijn heer te Seïr kome’. De uitdrukking wordt gebezigd wanneer men wel naar een verandering verlangt, maar dit niet kan verwezenlijken