Gij, breede lanen van het woud
Pilaren, die ’t verwulfsel torschtGij, breede lanen van het woud
Van levend groen en levend goudGij, breede lanen van het woud
Wél noemde u Neerlands DichtrenvorsteGij, breede lanen van het woud
Een kerk van ongekorven hout!Gij, breede lanen van het woud
Want de adem Gods door zweeft uw bogenEen ongetemde woudezel
Ontleend, aan Gen. 16:12. Daar staat, dat de Engel des Heren van Israël zegt: ‘Hij zal een woudezel van een mens zijn, zijn hand zal zijn tegen allen en de hand van allen tegen hem'. Wordt gebruikt vo...Lees meer