Wie zonder zonde is, werpe de eerste steen
Ontleend aan Joh. 8:3-12, waarin de geschiedenis van de ‘overspelige vrouw’ verteld wordt. Schriftgeleerden en Farizeeën eisen van Jezus, dat hij haar zal veroordelen, en dat zij gestenigd zal worden. Als Jezus dan zegt (vs. 7b): ‘Die van ulieden zonder zonde is, werpe het eerst de steen op haar’, druipen de beschuldigers een voor een af. De uitdrukking waarschuwt, niet te veroordelen vóór men bij zich zelf heeft onderzocht of men zelf wel brandschoon is