Spreekwoorden zoeken
Spreekwoorden 'Weer'
Oude kost weer opwarmen
Telkens over dezelfde zaak sprekenmooi weer spelen
hij speelt mooi weer van mijn centen: hij leidt een plezierig leven van mijn geld.Weer bij zijn positieven komen
Weer tot bewustzijn komenvroeg in de weer zijn
vroeg aan het werk zijn.Nu ben ik weer gesnaard
Nu ben ik weer voorzien van het nodigeWeer adem kunnen halen
Van drukte of druk ontheven zijnDat geeft vuil weer
Daar komt ruzie vanWeer de oude zijn
Geheel hersteld zijnZijn schuurdeur weer openzetten
Een grote mond opzettenErgens weerklank vinden
Ergens instemming vindenIemand weerwerk geven
Iemand tergenZijn woorden weer inslikken
Terugnemen wat men gezegd heeftHet was weer het oude lied
Het was weer dezelfde vervelende geschiedenisMorgen komt er weer een dag
Men hoeft zich niet met dat karwei te haasten. Er is nog tijd genoegDe brand is al weer geblust
De zaak is al weer opgelostHij is weer op het harde
Hij is van zijn ziekte hersteldMooi weer spelen van andermans geld
Zich groot voordoen op kosten van een anderAlles staat weer op losse schroeven
Alles is onzeker, er valt niet op te bouwenDe bolworm steekt hem weer
Hij heeft last van een van zijn grillenSpreekwoorden
Een spreekwoord is een korte, krachtige uitspraak die een wijsheid, een collectieve ervaring of morele opvatting weergeeft.
Een spreekwoord is onveranderlijk. Voor spreekwoorden worden dus altijd dezelfde woorden in dezelfde volgorde gebruikt. Een spreekwoord is bovendien altijd een mededeling, geen vraag. Het werkwoord (de persoonsvorm) staat in de tegenwoordige tijd (als er een persoonsvorm aanwezig is).
Meestal is een spreekwoord een algemene levenswijsheid: zo gaat het nu eenmaal in de wereld. Voorbeelden van spreekwoorden zijn: ‘Na regen komt zonneschijn’, ‘Boontje komt om zijn loontje’ en ‘Oost west, thuis best.’
Een spreekwoord is onveranderlijk. Voor spreekwoorden worden dus altijd dezelfde woorden in dezelfde volgorde gebruikt. Een spreekwoord is bovendien altijd een mededeling, geen vraag. Het werkwoord (de persoonsvorm) staat in de tegenwoordige tijd (als er een persoonsvorm aanwezig is).
Meestal is een spreekwoord een algemene levenswijsheid: zo gaat het nu eenmaal in de wereld. Voorbeelden van spreekwoorden zijn: ‘Na regen komt zonneschijn’, ‘Boontje komt om zijn loontje’ en ‘Oost west, thuis best.’