Deze uitdrukking van Jezus komt tweemaal in de bijbel voor, en wel in Matth. 20 : 16 en 22 : 14. De eerste maal in de gelijkenis van de arbeiders, die geroepen worden tot het werk in de wijngaard, de tweede maal in de gelijkenis van de genodigden tot de bruiloft van de Zoon des Konings. Niet enkel op godsdienstig, maar ook op maatschappelijk gebied wordt deze zegswijze toegepast en gebezigd om aan te duiden, dat het slechts weinigen gegund is om een of ander eerbewijs te verwerven, deze of gene gunst deelachtig te worden