Ontleend o.m. aan Ex. 33 : 11: ‘En de Here sprak tot Mozes, aangezicht aan aangezicht, gelijk een man met zijn vriend spreekt.’ Voorts i Cor. 13 : 12: ‘Want wij zien nu door een spiegel in een duistere rede, maar alsdan zullen wij zien aangezicht tot aangezicht; nu ken ik ten dele, maar alsdan zal ik kennen gelijk ook ik gekend ben’. Vgl. Fra.: vis a vis. De uitdrukking wil zeggen: in elkaars onmiddellijke nabijheid, rechtstreeks