Tot het uitvaagsel behoren
‘Uitvaagsel’, dat wat men weg veegt en in een verwijderde hoek gooit. De uitdrukking is blijkbaar ontleend aan Jes. 14 : 23, waar staat: ‘En Ik zal het (Babel) stellen tot een erve der nachtuilen en tot waterpoelen; en ik zal het met een bezem des verderfs uitvagen, spreekt de Here der heirscharen'. Voorts Klaagl. 3 : 45, waar staat: ‘Gij hebt ons tot een uitvaagsel en wegwerpsel gesteld, in het midden der volken’. De uitdrukking bedoelt: tot het minste, gemeenste volk (het plebs) behoren