Geheel tegen de zin. Het eerste hoofdwoord (‘heug') vinden we nog terug in: verheugen, en betekent: opgewekte stemming of lust. Het is vermoedelijk een verbastering van: hoog, hoge, d.i.: vreugde, feest. Vgl.: hoogtijdag, vreugdedag. ‘Meug’ betekent eigenlijk precies hetzelfde. Men denke aan het Du.: mogen, lust hebben, en ons: ik mag die jongen niet. Oorspronkelijk betekent de uitdrukking een tegenstelling tussen de geestelijke en stoffelijke zijde van iets, en gaf dus te kennen, dat men noch van de ene, noch van de andere kant iets moest hebben. In de loop der tijden is dit betekenisverschil echter verdwenen