de vlag strijken
na drie uur streek de schaker de vlag: hij gaf het op, hij erkende dat zijn tegenstander de partij gewonnen had.het zeil strijken
in het gevecht streek hij het zeil: hij verloor van de sterkere tegenstander.Het vaantje strijken
FlauwvallenHet zeiltje strijken
FlauwvallenDe kam strijken
Zich gewonnen gevenHet zeil strijken
Overdrachtelijk voor: voor iemand onder doen, zijn eigen minderheid erkennen. Op grote schepen liet men, ten teken van eerbied voor een ander, het zeil een weinig zakken. Er is ook een uitdrukking: he...Lees meer
Iemand de mouw strijken
Iemand vleienErgens mee gaan strijken
Iets in zijn bezit krijgen, veelal tegen de bedoeling of verwachting van anderen in. De constructie van de zin is niet helemaal duidelijkDe vlag moeten strijken
Ontleend aan de zee-oorlog. Een schip, dat door de vijand overmeesterd is, moest ‘de vlag strijken’, d.i. laten zakken, ten teken van overgave, waarna deze vlag werd vervangen door die van de winnende...Lees meer