Deze uitdrukking kan ontleend zijn aan Spr. 20 : 5, waar staat: ‘De raad in het hart eens mans is als diepe wateren, maar een man van verstand zal die uithalen’. Voorts kan ze verwant zijn aan Spr. 29 : 11, waar staat: ‘Een zot laat zijn ganse geest uit, maar de wijze weerhoudt die achterwaarts.’ De uitdrukking was overigens reeds bekend bij de ouden. Vgl. Curtius (7, 4, 13): ‘Altissima quaeque flumina minimo sono labi’, voorts Cato Philosophus, Disticha de morihus (4, 31): ‘Qua flumen placidum est, forsan latet altius unda’, d.i.: waar de stroom effen is, is het water veelal het diepst. Mensen, die weinig spreken, verbergen hun geheimen diep; in de ziel van stille mensen gaat soms veel om. Wordt vnl. gezegd t.a.v. slechte hartstochten