Staan te blauwbekken. ‘
Bek’ is mond, bij uitbreiding: gezicht (vgl.: houd je bek, en: houd je gezicht). De uitdrukking - die vaak aangevuld wordt met: ‘van de kou’ - wil derhalve zeggen: van de koude met een blauw gezicht staan. Blauw is hier feitelijk minder op zijn plaats, omdat men eerder wit of paarsrood van de koude ziet dan blauw