Schamper lachen
‘Schamper’, ontstaan uit ww. schampen, d.i. schaven. Vgl.: schampschot, d.i. ^een schot dat geen belangrijk letsel teweegbrengt, alleen een lichte schaving. (ontvelling) van de huid. Een ‘schamperlach’ is in deze zin een korte, minachtende, sarcastische lach; eigenlijk een handeling die met lachen niets uitstaande heeft