Nihil probat, qui nimium probat

Hij die teveel bewijst, bewijst niets

Vulgus amicitias utilitate probat

De grote massa meet vriendschap aan het nut ervan

Ignis aurum probat, miseria fortes viros

Vuur beproeft goud, nood dappere mannen

Ut aurum ignis, ita amicos tempus probat

Zoals het vuur het goud, zo beproeft de tijd de vrienden

Qui nihil potest sperare, desperet nihil

Wie niets te hopen heeft, zal over niets wanhopen

Rex est, qui metuit nihil; rex est, qui cupit nihil

Koning is hij die nergens bang voor is; koning is hij, die niets begeert

Odia qui nimium timet, regnare nescit

Wie te veel angst heeft voor haat, kan niet regeren

Quod non potest, vult posse, qui nimium potest

Hij die te veel kan, wil kunnen wat hij niet kan

Nihil habenti nihil deest

Wie niets heeft, merkt niet dat hij iets mist

Nihil habenti nihil deest

Vgl.: Wat niet weet, wat niet deert

Omne nimium nocet

Alle overdaad schaadt

Omne nimium nocet

Overdaad schaadt!

Nimium altercando veritas amittitur

Door al te veel geruzie verliest men de waarheid uit het oog (vergeet men waar het eigenlijk om gaat)

Amanti nihil difficile

Voor verliefden is niets moeilijk

Amanti nihil difficile

Liefde maakt zure appels zoet

Amanti nihil difficile

Liefde overwint alles

De nihilo nihil

Uit niets ontstaat niets

Nihil ad rem

Doet niets ter zake

Nihil adsuetudine maius

Niets is machtiger dan de gewoonte

Nihil agere delectat

Nietsdoen geeft vreugde

Nihil sine labore

Niets zonder arbeid

Nihil virtuti invium

Voor de deugd is niets ontoegankelijk

Vitiosum est ubique, quod nimium est

Fout is alles wat teveel is

Vitiosum est ubique, quod nimium est

Vgl.: Overdaad schaadt

Fortuna multis dat nimium, satis nulli

Het geluk geeft velen te veel, echter niemand genoeg
toon meer resultaten