Moeten zwijgen in een bepaalde aangelegenheid. De uitdrukking is van bijbelse oorsprong, en berust op Sir. 22:23: ‘O, dat ik een slot op mijn mond kon leggen en een vast zegel op mijn muil kon drukken... Lees meer
‘Batig’, van Mnl.: bate, baet, van dezelfde stam als: beter, en in betekenis daaraan verwant. Het saldo (tegoed) ener rekening dat in iemands voordeel is
‘Slot’ is hier: hetgeen sluit, overeenkomt met het gezond verstand. Gezegd van een rede of geschrift, waarin goede zin en samenhang ontbreken, waarin het een niet op het ander sluit. Verdergaand: hoeg... Lees meer
‘Historie’, van Fra.: histoire, geschiedenis. Derhalve: het einde, de afloop van de geschiedenis, het gebeuren. Wordt gezegd van een minder vlot verloop
‘Parasiteren’, van Gr.: para, tegen, dichtbij, naast, en: sitos, spijs. Eigenlijk: mede-eten. Men bedoelt met de uitdrukking leven ten koste van iemand of op iemands kosten
Wordt - veelal tegen kinderen - gezegd wanneer er geen geld meer is om iets te kopen, of wanneer iets op is. Vgl. Plautus, Cistellaria (4, 2, 36): ‘Quod periit, periit’, d.i.: wat weg is is weg