Niet op het uiterlijk afgaan
Geen oordeel vellen naar hetgeen men ziet. Het innerlijk, de kern, kan gunstiger zijn dan het uitwendige. Geldt zowel voor personen als voor zaken. Vgl. Juvenalis, Satirae (2, 8): ‘Fronti nulla fides’, d.i.: op het uiterlijk kan men niet vertrouwen. (Uiterlijk, zie ook: Gezicht)