Naar de eeuwige (zalige) jachtvelden vertrokken zijn
Wordt gezegd van iemand die gestorven is. De uitdrukking is ontleend aan het Indianengeloof, dat de mens na zijn dood zal aanlanden op een plaats waar volop van de jacht (een uitzonderlijke Indianenliefhebberij) genoten zal kunnen worden, een plaats, meer bekend als de ‘eeuwige (zalige) jachtvelden’. Een der vele voorbeelden hoe de mens zich een voorstelling van het hiernamaals maakt, gebaseerd louter op eigen zinnelijkheid, natuurlijkheid. Vgl. het Walhalla der Germanen, het Nirwana der boeddhisten, het Hemelse Jeruzalem met zijn paarlen poorten en gouden straten der christenen e.d