Moeilijke vertroosters
ntleend aan Job 16 : 1-2, waar staat: ‘Maar Job antwoordde en zeide: Ik heb der gelijke dingen vele gehoord; gij allen zijt moeilijke vertroosters’. Men bedoelt ermee, dat men troost krijgt waar men weinig mee opschiet. Vgl. ons: dat is een schrale troost