Krokodilletranen schreien (huilen)
Wanneer een mens gehuichelde tranen vergiet, zegt men in de regel dat hij: krokodilletranen huilt. Deze benaming is al zeer oud, want reeds in de 16de eeuw wist men te vertellen, dat de krokodil elke keer huilde als hij een mens opat, zonder echter het geringste medelijden met zijn slachtoffer te tonen. De vergelijking hinkt echter een beetje. De krokodil vergiet nl. altijd tranen wanneer hij zijn buit nuttigt. Zodra hij kauwt en slikt, drukken zijn kaakspieren op zijn traanklieren en aldus beginnen de traantjes te vloeien. Anderen ontkennen echter dat de krokodil in staat is om te huilen, omdat het dier . . . geen traanklieren heeft. Weer een andere lezing wil, dat de krokodil zich, bij het zien van een prooi, in het oeverriet verschuilt en daar een klagelijk gehuil aanheft, zodat het slachtoffer, menende met een in nood verkerend mens te doen te hebben, zich naar de plek vanwaar het geluid komt begeeft, en zo de krokodil in de muil loopt. ‘Het is er’, zo zegt een ondeugende commentator, ‘al net mee als met de vrouwen. Die moet je ook niet vertrouwen als ze beginnen te huilen!’