Iemand kortwieken
‘Wiek’, vleugel (van een vogel). Vogels die men een zekere vrijheid laat en toch het wegvliegen beletten wil, snijdt men een gedeelte van een der vleugels af. Men maakt die dus korter. Dit korter make...Lees meer
Uit kortswijl
‘Kortswijl’, van Mnl.: cortswile, Odu.: kurzwile (Noorddu.: Kurzweil), wat de tijd kort (vgl.: een wijle, een ogenblik; voorts: verwijlen, verblijven, kort vertoeven). Het woord is een zelfde samenste...Lees meer
Kortzichtig zijn
Letterlijk gezegd van het gezichtsvermogen. Overdrachtelijk voor de geest. Geen juist inzicht hebben in een bepaalde zaak en daardoor verkeerd handelenKordaat optreden
‘Kordaat’ is van Lat.: cordatus, van: cor, hart, en: dare, geven. Derhalve: door het hart ingegeven, flink, oprecht, moedigEen korzelig antwoord
‘Korzelig’, vermoedelijk van ‘korre’ (Eng.: curre), cur, d.i.: wachthond, kettinghond. Vandaar de betekenis: knorrig, brommig, grommigEen kortstondige vreugde
Een vreugde die van korte duur (stonde) isEen korentje vatten
Een borreltje drinkenEen Jan-kordaat
Een haantje de voorste, een kittig, resoluut kereltjeOnder zijn kornuiten zijn
‘Kornuit’, van Mnl.: cornuut; Nddu.: karnute; Ofr.: cornut; Lat.: cornutum, gehoornd, van Lat.: cornu, hoorn. Het Fra. ‘cornut’ is: hoorndrager, sukkel. De tegenwoordige betekenis is: makker, kameraad...Lees meer