In de (dagelijkse) tredmolen lopen
‘Tredmolen’, marteltuig, waarbij de veroordeelde drie uur daags de uitstekende planken van een wentelend rad moest trappen, waarbij hij zich aan een lat boven zijn hoofd vasthield. Trapte hij niet, dan liep hij gevaar door de planken gekwetst, trapte hij mis, dan had hij de kans verbrijzeld te worden. De ‘tredmolen’ is het symbool van de eentonige arbeid geworden, de sleur van het dagelijks leven (Stoett)