Met iemand iets te maken hebben, punten van aanraking met iemand hebben. Hier zou het ww. uitstaan kunnen zijn ontleend aan een oud ww.: utestaen, dat in het Mnl. betekende: nog bestaan, nog hangende ... Lees meer
Iets gestolen hebben. Door onbekendheid met het woord en zijn betekenis ontmoet men vele verbasteringen, waarvan de meest gehoorde ‘gesnaaid' is. In De geheimen van Amsterdam lezen we, dat Adolf en Fr... Lees meer
Een zekere eigenschap, een eigenaardigheid bezitten, een bepaalde manier van doen hebben. Reeds in de middeleeuwen werd deze uitdrukking in die zin gebruikt. Vgl. Hooft, Gedichten (II, 39)
Ontleend aan de schoenmaker, die schoenen van nieuwe hakstukken moet voorzien. Overdrachtelijk voor: er is veel en lastig werk te doen. Ten onrechte spreekt men soms ook van: verhapstukken
‘Lau’, een Hebr. woord voor: neen, Barg. geen, niets. De uitdrukking - ook wel met ‘lauw’ of ‘louw’ - wil derhalve zeggen: iets voor niets, iets cadeau krijgen
In dit geval is ‘node’ een dichterlijke vervorming van: iets nodig hebben. Vgl. Job 30 : 13: ‘Zij breken mijn land af, zij bevorderen mijn ellende; zij hebben geen helper van node’