Ook wel: iemand mat zetten. ‘Mat’ betekent eigenlijk: verslagen, overwonnen. Dit woord (oorspronkelijk een tussenwerpsel) komt in de 12de eeuw het eerst voor, n.1. bij het schaakspel. Arab.: ‘mat’ (mata) betekent: hij is dood, en: ‘schah mata’ (schaakmat), de koning is dood. Later werd dit ‘mat’ ook in het algemeen gebruikt voor: verslagen (moe en mat: vermoeid en terneergeslagen, geslagen). Letterlijk wil de uitdrukking zeggen: de tegenpartij bij het schaakspel de koning ontnemen, waardoor deze het spel verloren heeft (vgl. ook ons ‘schaken’ voor het ontvoeren van een meisje e.d.). Overdrachtelijk bezigt men de uitdrukking wanneer iemand door een woord of daad een ander overtroefd heeft, blijk heeft gegeven handiger te zijn. Vgl.: een handige zet