Deze uitdrukking kan ontleend zijn aan Spr. 8:14 of Jer. 32:19. De laatste tekst luidt: 'Groot van raad en machtig van daad (want uwe ogen zijn open over alle wegen der mensenkinderen om een iegelijk te geven naar zijn wegen en naar de vrucht zijner handelingen)'. De oude Romeinen kenden de woorden 'met raad en daad’ in verschillende vormen; bijv. ‘Consilio manuque', ‘Manu consilioque', ‘Ope et consilio', ‘Opera consilioque adhortatur'