Iemand met een aalmoes afschepen
Het woord ‘aalmoes’ is afgeleid van het Mnl.: ‘aalmosene, aelmoesene, aelmisse, aelmis’, welke woorden weer hun oorsprong vinden in het Lat.: eleëmosynae, Gr.: eleèmosunè, dat ‘medelijden’ betekent. Het had in het Mnl. aanvankelijk de betekenis: liefdegift, werd later ook verzamelnaam voor alles wat aan behoeftigen (bedelaars) werd geschonken