Iemand het brood uit de mond stoten
Deze uitdrukking wordt uiteraard steeds in overdrachtelijke zin gebezigd. Men bedoelt ermee: iemand de bestaansmogelijkheid, de bestaansvoorwaarden ontnemen. ‘Brood’ is dikwijls een gelijkwaardige uitdrukking voor ‘bestaan’. Vgl.: goed zijn brood hebben, zijn brood ergens mee verdienen