Iemand af troeven
Bij het kaartspel door het uitspelen van een troefkaart beletten dat de slag of trek, die op de door de tegenspeler gespeelde kaart moet vallen, te zijnen voordele komt; hem die slag of trek doen verliezen. Overdrachtelijk: iemand zijn ongepaste uitdrukkingen doen gevoelen, door ze met een bits of afdoend bescheid te beantwoorden, hem op zijn plaats of nummer zetten, hem de les lezen. Ook: beter werk leveren