Het is kolossaal
‘Kolossaal’ noemde men oorspronkelijk alles wat het voorkomen had van een kolos of ‘colossus’. De Egyptische, en later ook de Griekse kunst, heeft veel ‘kolossen’ voortgebracht. Een der grootste die men kende, was de ‘colossus’, opgericht aan de haven van Rhodos, een der Griekse eilanden. Het was een metalen beeld, ongeveer 38 m hoog, met een gewicht van 350 ton. Elk der beide benen rustte op een havenhoofd, zodat schepen, naar men verhaalt, tussen die benen doorvoeren ; 56 jaar na de stichting (in de 4de eeuw v. C.) werd het beeld door een aardbeving omvergeworpen. Om zijn grootte werd het tot de zgn. ‘7 wereldwonderen’ gerekend. Tegenwoordig noemt men ‘kolossaal’, alles wat uitmunt door bijzondere grootte, zwaarte, omvang, veelheid, in het kort: alles wat reusachtig is. Zo spreekt men van: een kolossaal gebouw, een kolossale brug, kolossale afmetingen, een kolossale meerderheid