Het al te gortig maken
'Gortig', garstig, puistig, vuil, smerig. Een ‘gortig’ varken is een door overvloedig eten ziek geworden varken, een varken dat lijdende is aan de ‘gort’, d.i. aan gerst- of gortachtige korrels in het vlees. Zo zegt Van Lennep in het 27ste hoofdstuk van De pleegzoon, dat het varken (de hof beer), dat jaarlijks door de Utrechtenaren aan den Hove van Holland geleverd moest worden, niet ‘gortig' mocht zijn. De uitdrukking wil zeggen: het te bont, te erg maken