(Geen) gijntjes verkopen
‘Gijn’ (ook: gein) is van Hebr.: gein, chen, gunst, bevalligheid, aardigheid, geestigheid; bij uitbreiding: pret. De uitdrukking: verkoop nou geen gijntjes, of: maak nou geen gijn, bedoelt derhalve: bewaar nou de nodige ernst; ik ben nou van je geestigheden (aardigheden) niet gediend