‘Faliekant’, vermoedelijk ontleend aan Mnl.: faelge, gebrek, schaarste, mislukking; volgens anderen van Ofra.: faillir, falir (zie 2428) en hiervan afgeleid: faille, en Ned.: kant, dat reeds in de middeleeuwen moet hebben bestaan. Volgens Kiliaen betekent het: een niet rechte hoek, een scheve kant. Derhalve: niet goed uitkomen, verkeerd uitkomen. De uitdrukking is op dezelfde wijze gevormd als: platzak thuiskomen e.d. Ze betekent in ruimere zin: verkeerd, anders uitkomen dan men had verwacht; in engere zin: precies anders uitkomen dan men tevoren berekend had