Ergens mee uitscheiden
Ermee ophouden, beëindigen. Met de vervoeging van het ww. uitscheiden is het ietwat zonderling gesteld. Volgens de taalregels is de verleden tijd ‘scheidde uit’, en het vdw. ‘uitgescheiden’. Men moet dus zeggen: ik scheidde ermee uit, en: hij is ermee uitgescheiden. Het vreemde is echter, dat nooit iemand zich aan deze vormen houdt, maar dat men altijd de afschuwelijk klinkende vormen gebruikt: hij schee ermee uit, en: hij is ermee uitgescheejen, en dat ondanks het feit dat ieder wel zegt: hij scheidde van zijn vrouw, en: hij is van zijn vrouw gescheiden. Met het oog op de lelijkheid van de gebruikelijke vormen, is het dus beter in plaats van ‘uitscheiden' een ander ww. te gebruiken, bijv. ophouden of stoppen