Er komt (zit) (geen) schot in
De zaak schiet (niet) op, er zit (geen) voortgang inDaar zit pit in. Dat is een flink persoon
De ‘pit’ is de kern van een vrucht, en zo neemt men de kern ook overdrachtelijk voor iemand die ‘kernachtig’, die flink isEr zit geen model of heerlijkheid meer in
Wordt gezegd van een kostuum dat door de regen of door vuil werk uit zijn fatsoen is geraakt, ontoonbaar is gewordenEr is geen paradijs of er zit wel een slang in
Iets kan niet zo volmaakt zijn, of er mankeert wel iets aan. De zegswijze slaat uiteraard op de geschiedenis van de slang in het paradijsZijn hart zit er in
(Z. N.) Hij heeft er zijn zin op gezetEr zit staal in hem
't Is een wilskrachtig persoonEr zit dracht in dat goed
Dat goed verslijt je niet gauwHij zit er warm in (bij)
Hij heeft nergens gebrek aanGeen zit in 't gat hebben
Niet rustig kunnen blijven zitten, overactief zijnDaar zit geen beste lever in
Dat is iemand met een slecht karakterGe zit hier in geen eksternest
Zo slecht is ’t hier nog nietGeen zit in zijn gat hebben
Niet lang achtereen stil kunnen zitten. Vgl. Levende beelden, schetsen uit de hoofdstad, door S. Abramsz.: ‘Ze hebbe op ’t laatst geen zit meer in d’r achterste’Hij zit er mee in zijn maag
Hij kan het niet kwijt rakenHij zit er mee in de pluimen
Hij is met de zaak verlegenZijn kaars is in de pit uitgebrand
Wordt gezegd van iemand die gestorven is, vnl. met betrekking tot iemand die op hoge leeftijd is gestorvenDat zit er ingeroest
Dat heeft hij zo goed in zijn hoofd zitten, dat hij het nooit meer vergeetOp de pit leunen
De ‘pit’ is hier de lamp in het hokje van de souffleur. Vandaar: op de souffleur spelen (voor een toneelspeler die niet helemaal rolvast is). Overigens ook figuurlijk voor: klaplopen. Dit zou dan slaa...Lees meer