Een stuk in zijn kraag (laars) hebben
Gebezigd t.o.v. iemand die dronken is. Een ‘kraag’ is dat deel van een kledingstuk, dat om de hals sluit. Het woord schijnt echter die betekenis gekregen te hebben, nadat een ander woord - waarmee het een samenstelling vormde was afgevallen. De kraag was oorspronkelijk de hals en, evenals nu zei men ook in de middeleeuwen: dat kost hem zijn kraag, d.i. zijn leven. Dat het woord ‘kraag’ oudtijds inderdaad ‘hals’ betekende, blijkt o.a. duidelijk uit de Reinaert (vs. 2986)