Een onbeschofte rekel
‘Onbeschoft’, waarschijnlijk verbastering van: onbeschaafd. ‘Rekel’, mannetjeshond, -vos, -wolf. Als scheldnaam overgegaan op mannelijke personen, waarschijnlijk niet alleen omdat een ‘rekel’ een mannetjesdier is, doch ook om de grote overeenkomst met ‘kerel’, waardoor deze woorden successievelijk gelijke betekenis hebben gekregen. Men spreekt ook van: een schoft van een vent. Men zal bij dit ‘schoft’ eveneens meer moeten denken aan een verdere degeneratie van het woord ‘onbeschaafd’ (zie boven), dan wel aan ‘schoft’ als bovenste deel van de rug. Anderen daarentegen zijn weer van mening, dat dit ‘schoft’ een samentrekking is van ‘schavuit’