‘Nieuwsgierig’, graag alles willen weten. Betekent hetzelfde als: weetgierig, doch heeft in tegenstelling met dit laatste woord een ongunstige betekenis. Over de herkomst van het woord ‘gierig’ lopen de meningen uiteen. De afkorting ‘nieuws-gier’ (als een gier op het nieuws afkomen) is hoogstwaarschijnlijk onjuist. Eveneens de opvatting, dat men ‘gierig is met zijn nieuws’, of wel: als een gierigaard zijn nieuws onder zich houden, tenzij men bedoelt: als een gierigaard alle nieuws aan zich trekken, Mogelijk echter luidde het woord aanvankelijk: nieuwsbegerig, dat (min of meer dial.) werd uitgesproken als: nieuwsbegierig, en zo geleidelijk is uitgegroeid tot ons tegenwoordig: nieuwsgierig. De hier aangehaalde uitdrukking heeft soms de toevoeging: van Enkhuizen. Schertsende naam voor een nieuwsgierige vrouw. Ze is ontleend aan het kluchtspel van A. Bormeester: ’t Nieuwsgierig Aagje (1664), later omgewerkt door A. van Bogaart (1679) waarin - wellicht naar het voorbeeld van Trijntje Cornelisdr. van Huygens - het wedervaren wordt verteld van een schippersvrouw uit Enkhuizen, die uit nieuwsgierigheid naar Antwerpen ging en daar in deerlijke verlegenheid geraakte