(Een) leven (hebben) als God in Frankrijk
Volgens sommigen is deze uitdrukking met enige wijziging ontleend aan Zincgref- Weidners’ Apophthegmata (Leipzig, 1693, H, 10). Daar staat: ‘Toen hij (Maximiliaan I, ♱1519) eens met enige personen uit zijn omgeving een zeer vertrouwelijk gesprek voerde over andere landen, velde hij o.a. ook dit oordeel: Wanneer het mogelijk was, dat ik God kon zijn en twee zonen had, dan moest de ene God zijn na mij, en de andere koning van Frankrijk’. Een andere lezing is deze: Toen de Fransen in 1793 hun vijandschap tegen de godsdienst zo ver dreven, dat de zgn. christelijke godsdienst werd afgezworen, werd de Rede in de plaats van God gesteld. Het vieren van de zondag werd afgeschaft en men telde de jaren sindsdien naar het bestaan der Republiek, in plaats van naar de geboorte van Christus. De maanden werden veranderd, en elke maand bevatte 3 decades, nl. 10 in plaats van 7 dagen voor de week. Aan deze stand van zaken zou dit spreekwoord dan ontleend zijn en wil dus zeggen, dat men het God niet lastig maakte en deze derhalve een gemakkelijk leventje had. Weer een andere lezing is deze: In Maria Theresia en de Pandoerenoverste Franz von der Trenck van L. Mühlbach vindt men een fragment uit de toespraak van Trenck tot zijn Pandoeren aan de oever van de Rijn: ‘Frankrijk is het beloofde land, dat overvloeit van melk en honing, en waar de beste wijn, de schoonste vrouwen en de smakelijkste vruchten zijn. Het is het land, tot hetwelk de lieve God als het Hem in de hemel bij al die brave en kuise engelen begint te vervelen, nederdaalt, om genot van het leven te hebben, daardoor komt het ook, dat men, als men zich bijzonder plezierig voelt, zegt: Ik leef zo gelukkig en aangenaam als God in Frankrijk. Volgens weer anderen is de uitdrukking een verbastering van ‘leven als een Schot in Frankrijk’ en dateert ze uit de tijd van de oorlogen tussen Frankrijk en Engeland van 1337-1453, toen de Engelsen in Frankrijk duchtig huis hielden en er een goed leven van namen