Ontleend aan FiL: 2:15, luidende: ‘Opdat gij moogt onberispelijk en oprecht zijn, kinderen Gods zijnde, onstraffelijk in het midden van een krom en verdraaid geslacht, onder welke gij schijnt als lichten in de wereld’. Gekscherende uitdrukking voor mismaakte mensen of vruchten. In de aangehaalde tekst wordt bedoeld een mensengeslacht, dat geheel ‘verkeerd’ is en afgeweken is van de rechte weg